Bij het kasteel van Geldrop vinden we dit paaltje van Zes Gehuchten, een voormalige gemeente, nu een wijk van Geldrop. Aan de andere kant staat GEMte HEEZE. Dit paaltje is hetzelfde formaat als de volgende twee, blijkbaar een samenwerkingsproject tussen meerdere gemeentes, die deze paaltjes lieten maken.
Noord-Brabant IV
Zuid-Oost Brabant
Valkenswaard - Waalre
Twee paaltjes aan weerszijden van de weg van Waalre naar Valkenswaard. De paal aan de linkerzijde is erg gehavend. Als die niet gerestaureerd wordt dan blijft er niet veel van over. Tekst: GEMte VALKENSWAARD en GEMte WAALRE.
Deze paal is er beter aan toe en staat op een vierkantje bestrating, wat enige bescherming kan bieden tegen de moorddadige kantenmaaiers.
Geldrop-Mierlo
Deze grenssteen markeert de oude grens tussen de gemeenten Geldrop en Mierlo. Op initiatief van de plaatselijke gilden is deze steen onthuld op 26 februari 2005 door burgemeester M.D.J. Donders-de Leest. De grenssteen is voorzien van de oude gemeente- en gildewapens. De tekst "Samengaan 1 januari 2004" verwijst naar de datum waarop de beide gemeenten zijn samengevoegd tot één gemeente, Geldrop-Mierlo (tekst van het bijgeplaatste bordje).
Hapert - Hoogeloon
Oerle - Knegsel
Op de plaats van deze steen heeft vroeger een koren molen gestaan. Vandaar dat in de steen aan een kant staat: "TERMEULEN PAEL VAN SANDT OERS" het daaronderstaande jaartal is 1993. Dat komt omdat de oorspronkelijk op deze plaats aanwezige steen in de zeventiger jaren van de vorige eeuw is zoekgeraakt, gestolen zeg maar, en nooit meer teruggevonden.
De steen markeert de grens tussen Oerle en Knegsel en staat aangeduid op de topografische kaart van 1903. KAART.
De steen markeert de grens tussen Oerle en Knegsel en staat aangeduid op de topografische kaart van 1903. KAART.
In het Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage, in het Archief Nassause Domeinraad, Folio inv.nr.478, vinden we de originele teksten die zijn opgesteld toen deze palenserie is geplaatst. Jac. Biemans van de Heemkundekring Cranendonck heeft de tekst opgediept en aan de hand daarvan bezoek ik de geplaatste palen. We beginnen in de buurt van Hugten, ten zuid-oosten van Maarheeze.
Paal aan de Pan. Dit is de eerste paal die nog over is van de serie van 6 die is neergezet in het jaar 1762. De tekst van het verbaal over het plaatsen gaat als volgt:
"Wij ondergetekende gecommiteerden (bij formele acten), van onze hooge principalen (..)hebben ons op den 2e november 1762 vervoegt in de heide ontrent Hugten, ter plaatse van daer de linie scheydende de Barronnie Cranendonck en Heeze en Leende een begin neemt.(..)Wanneer wij hebben doen graven een diepen kuyl ter sijden van voornoemde keysteen ontrent twee voeten noordwaarts. En daarin doen setten een vierkante Naamense Steenen paal, op welken paal aan d'een zijde is uytgehouwen Baronnie van Cranendonk en aan d'andere sijde Baronnie van Heeze en Leende. (..) Wesende de lengte van dezen nieuw gezetten paal ontrent negen voeten, derwelke ontrent vier voeten in de grond is ingegraven."
Eigenlijk is de tekst bloemrijker, maar om de snelheid erin te houden heb ik die sterk ingekort. De volledige tekst staat in de uitgave van de Aa-Kroniek 16 (1997), p. 63-70.
Paal van Hoeck De paal staat op een knikje in de gemeentegrens, niet ver van de spoorwegovergang van de Sterkselseweg.
De kop is nog mooi intact en aan beide zijden is de tekst goed leesbaar.
In het proces verbaal begint de beschrijvende tekst van het plaatsen van deze paal aldus: "Vervolgens hebben wij ons van daar langs een grippel in een rechte linie begeven na den tweeden paal te Marheeze waart in ons voornoemd verbaal genaamt den geschoren paap. En terzijden van denzelfden doen delven een kuyl om den nieuwen paal te stellen".
Ten aanzien van deze eerste drie palen verschil ik van mening met Jac. Biemans en Harry Jaspers, die van mening zijn dat de eerste paal, genoemd in het proces verbaal mist. Volgens mij moet dat de derde zijn.
Over de derde paal zegt men:
"Van hier hebben wij ons in een regte linie door de heide begeven na de revier de A, alwaar nog een cleyn grippeltje van de oude scheydlinie is. En in welk grippeltje ontrent drie roeden na gissinge van de gemelde revier af, wij een kuyl hebben doe graven. (..) Na deze verrichtinge hebben wij ons verder begeven over het reviertje de A in een regte linie (..) tot aan het Goor."
Deze paal heeft dus ten oosten van de Aa gestaan, tussen de huidige bedding en de snelweg in. Op de historische kaart, staat ook een grenspaal aangegeven aan de weg van Eindhoven naar Weert.
Raadbroekpaal
Komende uit Soerendonk, in de rechterberm van d'Aasdonken. Deze paal is in 1765 (drie jaar later) geplaatst. Deze paal is dus later geplaatst aan de andere kant van de Aa.
Jan Ottenpaal
Deze paal waar de kop van af is gebroken, is een kopie van het origineel. Hij staat westelijk van de camping Soerendonk. De paal heeft blijkbaar een historie van beschadiging en vermissing: ook in 1762 was de originele paal zoek.
Men schreef toen:
"Daar voor deze soude hebben gestaan den Jan Otten paal voor Sourendonck, dog nu vermist, maar de plaats daarontrent nog genaamt de Ottenveldjes, (..)alwaar door ons is geplaatst een Namensen steenen paal" .
Keienpaal
Staat aan de Sterkselse Aa en dateert ook van 1765. Staat niet ver van de Wriszak af, maar gescheiden door een moeras. Dus net als bij de vorig extra geplaatste paal, aan de overkant van een rivier, waar al in 1762 een paal was gezet.
Wriszak
Staat oostelijk van de schaapskooi. In het verbaal noemt men deze paal "den Wriesstack". Deze palen zijn de volgend dag neergezet. Men begon met de meest westelijke paal en deze was de volgende.
"Nadat den voorschreven paal aan Cattenput geset was, hebben wij ons vandaar in een regte linie begeven na de plaatse genaamt de Wriestack (..) waar door ons insgelijx is doen setten een steenen paal, hebbende desen paal deselve letteren, en aanwijsende de wedersijdse jurisdictien alsvoor, de beyde blinde syden aanwijsende den loop der linie van desen paal direct op den Jan Ottenpaal en aan d'andere sijde terug na den voorgemelde paal aan Cattenput tegen het Ampt Grevenbroeck lande van Luyk."
Paal aan Katteput.
Staat aan de grens met Belgie, zoals je kunt zien.
"De ondergetekende geadsisteert alsvoor, benevens de schepenen van Budel en Gastel, hebben dese haare besoigne 's anderendaags 's morgens om 10 uuren vervolgt, en haar begeven aan Cattenput, ter plaatse daar gevonden word een groote swaare keysteen diep in de aarde die gedient heeft en nog strekt ter aanwysinge van der ondergeschreven hooge principalen hare jurisdictien."
Het procesverbaal gaat verder met de plaatsing van palen tussen de Baronie Hees en Leen en de gemeentes Eindhoven, Stratum en Aalst. Al deze palen zijn niet meer op de originele plaats terug te vinden, maar door toedoen van de toenmalige wethouder Baron J.M. van Tuyll van Serooskerken, bij het Kasteel van Geldrop. Alhoewel ze eerst nog aan de Hofstraat hebben gestaan voor het gemeente huis.
Kasteel van Geldrop 1
Bij het kasteel van Geldrop en in de tuin daarvan staan 3 Baroniepalen, via omwegen terechtgekomen bij het Kasteel. Aan een zijde staat Stratum vermeld. In totaal worden er 4 palen genoemd in het proces verbaal van 1762 tussen Stratum en Hees en Leen.
Kasteel van Geldrop 2.
Dit is maar een halve paal, vandaar dat hij tegen de muur is geplaatst, de andere kant vermeldde vroeger Aalst volgens A. van Asten. In het proces verbaal is er echter alleen sprake van Stratum.
Dit zou de paal kunnen zijn waarvan men schreef: "...ontrent de soogenaamde Aalster hut, op den soogenaamden nieuwn galghberg, alwaar ter plaatse de scheydlinie tusschen Stratum en de Ses Gehugten een begin neemt".
Dan zou hij dus wel van de grens met Aalst komen.
Kasteel van Geldrop 3.
Baronie paal in Heeze. Geplaatst aan De Beemden, rechts van de weg, tegen de bosgrens. Stond ook op de grens met Stratum.
De Hoenderboompaal
Een replica van de originele paal op dit (ooit) vijf gemeenten punt.
Bij elkaar kwamen hier: Mierlo, Lierop, Someren, Soerendonk en Heeze.
Daarmee komt het aantal Baroniepalen op 12, waarvan 10 origineel en daarvan 5 nog op de originele plek.
Dit paaltje duidt het scheidingspunt tussen de (voormalige) gemeenten: Heeze, Mierlo, Lierop, Someren en Soerendonk. Het staat een paar meter van de Hoenderboompaal
Paal aan de Pan. Dit is de eerste paal die nog over is van de serie van 6 die is neergezet in het jaar 1762. De tekst van het verbaal over het plaatsen gaat als volgt:
"Wij ondergetekende gecommiteerden (bij formele acten), van onze hooge principalen (..)hebben ons op den 2e november 1762 vervoegt in de heide ontrent Hugten, ter plaatse van daer de linie scheydende de Barronnie Cranendonck en Heeze en Leende een begin neemt.(..)Wanneer wij hebben doen graven een diepen kuyl ter sijden van voornoemde keysteen ontrent twee voeten noordwaarts. En daarin doen setten een vierkante Naamense Steenen paal, op welken paal aan d'een zijde is uytgehouwen Baronnie van Cranendonk en aan d'andere sijde Baronnie van Heeze en Leende. (..) Wesende de lengte van dezen nieuw gezetten paal ontrent negen voeten, derwelke ontrent vier voeten in de grond is ingegraven."
Eigenlijk is de tekst bloemrijker, maar om de snelheid erin te houden heb ik die sterk ingekort. De volledige tekst staat in de uitgave van de Aa-Kroniek 16 (1997), p. 63-70.
De kop is nog mooi intact en aan beide zijden is de tekst goed leesbaar.
In het proces verbaal begint de beschrijvende tekst van het plaatsen van deze paal aldus: "Vervolgens hebben wij ons van daar langs een grippel in een rechte linie begeven na den tweeden paal te Marheeze waart in ons voornoemd verbaal genaamt den geschoren paap. En terzijden van denzelfden doen delven een kuyl om den nieuwen paal te stellen".
Over de derde paal zegt men:
"Van hier hebben wij ons in een regte linie door de heide begeven na de revier de A, alwaar nog een cleyn grippeltje van de oude scheydlinie is. En in welk grippeltje ontrent drie roeden na gissinge van de gemelde revier af, wij een kuyl hebben doe graven. (..) Na deze verrichtinge hebben wij ons verder begeven over het reviertje de A in een regte linie (..) tot aan het Goor."
Deze paal heeft dus ten oosten van de Aa gestaan, tussen de huidige bedding en de snelweg in. Op de historische kaart, staat ook een grenspaal aangegeven aan de weg van Eindhoven naar Weert.
Komende uit Soerendonk, in de rechterberm van d'Aasdonken. Deze paal is in 1765 (drie jaar later) geplaatst. Deze paal is dus later geplaatst aan de andere kant van de Aa.
Deze paal waar de kop van af is gebroken, is een kopie van het origineel. Hij staat westelijk van de camping Soerendonk. De paal heeft blijkbaar een historie van beschadiging en vermissing: ook in 1762 was de originele paal zoek.
Men schreef toen:
"Daar voor deze soude hebben gestaan den Jan Otten paal voor Sourendonck, dog nu vermist, maar de plaats daarontrent nog genaamt de Ottenveldjes, (..)alwaar door ons is geplaatst een Namensen steenen paal" .
Staat aan de Sterkselse Aa en dateert ook van 1765. Staat niet ver van de Wriszak af, maar gescheiden door een moeras. Dus net als bij de vorig extra geplaatste paal, aan de overkant van een rivier, waar al in 1762 een paal was gezet.
Wriszak
Staat oostelijk van de schaapskooi. In het verbaal noemt men deze paal "den Wriesstack". Deze palen zijn de volgend dag neergezet. Men begon met de meest westelijke paal en deze was de volgende.
"Nadat den voorschreven paal aan Cattenput geset was, hebben wij ons vandaar in een regte linie begeven na de plaatse genaamt de Wriestack (..) waar door ons insgelijx is doen setten een steenen paal, hebbende desen paal deselve letteren, en aanwijsende de wedersijdse jurisdictien alsvoor, de beyde blinde syden aanwijsende den loop der linie van desen paal direct op den Jan Ottenpaal en aan d'andere sijde terug na den voorgemelde paal aan Cattenput tegen het Ampt Grevenbroeck lande van Luyk."
Staat aan de grens met Belgie, zoals je kunt zien.
"De ondergetekende geadsisteert alsvoor, benevens de schepenen van Budel en Gastel, hebben dese haare besoigne 's anderendaags 's morgens om 10 uuren vervolgt, en haar begeven aan Cattenput, ter plaatse daar gevonden word een groote swaare keysteen diep in de aarde die gedient heeft en nog strekt ter aanwysinge van der ondergeschreven hooge principalen hare jurisdictien."
Het procesverbaal gaat verder met de plaatsing van palen tussen de Baronie Hees en Leen en de gemeentes Eindhoven, Stratum en Aalst. Al deze palen zijn niet meer op de originele plaats terug te vinden, maar door toedoen van de toenmalige wethouder Baron J.M. van Tuyll van Serooskerken, bij het Kasteel van Geldrop. Alhoewel ze eerst nog aan de Hofstraat hebben gestaan voor het gemeente huis.
Bij het kasteel van Geldrop en in de tuin daarvan staan 3 Baroniepalen, via omwegen terechtgekomen bij het Kasteel. Aan een zijde staat Stratum vermeld. In totaal worden er 4 palen genoemd in het proces verbaal van 1762 tussen Stratum en Hees en Leen.
Dit is maar een halve paal, vandaar dat hij tegen de muur is geplaatst, de andere kant vermeldde vroeger Aalst volgens A. van Asten. In het proces verbaal is er echter alleen sprake van Stratum.
Dit zou de paal kunnen zijn waarvan men schreef: "...ontrent de soogenaamde Aalster hut, op den soogenaamden nieuwn galghberg, alwaar ter plaatse de scheydlinie tusschen Stratum en de Ses Gehugten een begin neemt".
Dan zou hij dus wel van de grens met Aalst komen.
Een replica van de originele paal op dit (ooit) vijf gemeenten punt.
Bij elkaar kwamen hier: Mierlo, Lierop, Someren, Soerendonk en Heeze.
Daarmee komt het aantal Baroniepalen op 12, waarvan 10 origineel en daarvan 5 nog op de originele plek.
Douanepalen in Someren-Heide, Budel en Bergeijk
Alle teksten bij de douanepalen zijn van wijlen Co Bieze, Eindhoven. Hij was de kenner bij uitstek van deze palen.
De douanepaal in Someren heeft vele jaren gestaan op het Wilhelminaplein, in de onmiddellijke nabijheid van het gemeentehuis. Dit was niet de plaats, waar de paal oorspronkelijk geplaatst is. De oorspronkelijke plaats, waar deze paal als douanepaal dienst deed, was op de heide buiten het dorp, in de omgeving van het tegenwoordige Someren Heide. In juli 1899 werd deze paal met een mallejan van de heide naar Someren gebracht. In die tijd was het in veel gemeenten de gewoonte, om ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina een Wilhelminaboom te planten. In Someren kreeg men het lumineuze idee, om de op de heide aanwezige douanepaal naar het dorp te halen, en deze als Wilhelminapaal te op te richten. Men ging er van uit, dat deze paal als monument een langer leven beschoren zou zijn, dan menige Wilhelminaboom.
Men liet de paal door steenhouwer H.Kluytmans uit Eindhoven opknappen en van een inscriptie voorzien, luidende:
HULDE AAN ONZE KONINGIN, 6 sept. 1898 GEMEENTE SOMEREN.
Dank zij de initiatiefnemers, de heren Jan Buskens en Jan Meeuws kunnen we deze douanepaal nog aanschouwen. Als de paal op de heide was blijven staan, dan was er waarschijnlijk -evenals van vele andere palen die destijds in deze gebieden geplaatst zijn- niet veel over gebleven. Bij latere jubilea van Koningin Wilhelmina heeft men op één zijde van de paal een inscriptie aangebracht. t.w.:
HULDE OPT 25ste REGEERINGSJAAR VAN ONZE KONINGIN 6-9-23
HULDE OPT 40ste REGEERINGSJAAR VAN ONZE KONINGIN 6-9-38.
Drie zijden zijn nu van een inscriptie voorzien; de 4e zijde is blanco.
Niet iedereen was tevreden met de nieuwe standplaats van deze ''keijepoal'' (zoals de douanepaal in de volksmond genoemd wordt). De carnavalsvereniging te Someren Heide was niet ingenomen met het feit, dat ''hun'' paal in Someren stond. Dit misnoegen werd herhaaldelijk geuit, door de paal tijdens het carnaval weg te halen uit Someren, en over te brengen naar Someren Heide. De gemeente moest de paal dan terughalen en herplaatsen in Someren. Dit heeft er toe geleid, dat de paal in een formidabele hoeveelheid cement werd geplaatst, zodat het niet meer mogelijk was, de paal weg te halen. Prins Carnaval uit Someren-Heide kwam daarna elk jaar naar Someren, geneigde zijn spijt te betuigen, ''dat onze poal zo ver van ons af staat'' enz.enz. Zo was deze 17e eeuwse paal, die zijn loopbaan begon als douanepaal, en in 1899 gebruikt werd als herinneringspaal, nu geworden tot een hoogtepunt in het camavaleske gebeuren in Someren.
Maar, het verhaal is nog niet uit. In 1994 besloot het gemeentebestuur van Someren, om het plein voor het raadhuis geheel te renoveren. Hierbij moest de voormalige douanepaal uit de grond. Dit was aanleiding om aan de wensen van de carnavalsvereniging in Someren Heide tegemoet te komen. De paal werd alsnog afgestaan aan het genoemde kerkdorp. Een en ander is tijdens de carnavalsviering op 11 februari 1995 geëffectueerd. De paal werd onder veel carnavalesk vertoon opgeladen, en naar Someren Heide overgebracht. Daar pronkt de paal nu midden in het dorp, in de omgeving, waar deze paal omstreeks 1662 werd geplaatst.
Daarmee was de geschiedenis van deze paal nog niet ten einde. Een Jeugdprins van Carnaval vond, dat op de plaats waar deze steen oorspronkelijk gestaan heeft, een monument moest worden opgericht.
Dit is gebeurd in oktober 1997.
Aan een zandweg tussen Someren Heide en Sterksel is een monument geplaatst, waarop een tekst de geschiedenis van deze paal weergeeft.
Op een grote sokkel staat een zwerfkei, die door de bevolking Keijekei wordt genoemd. Zo is Someren Heide dus twee monumenten rijker. De eerste van de resterende Budelse douanepalen vinden we aan de weg van Budel naar Weert (destijds gelegen in het Overkwartier Gelre). Deze paal is de enige, die nog staat op de plaats, waar hij oorspronkelijk geplaatst is. Deze paal is te vinden aan de Meemortel, kruising Paalstraat. Hij staat 2.50 m boven het maaiveld. Enige jaren geleden kreeg deze paal de gelegenheid, om te tonen hoe sterk hij was. Er reed nl een auto tegenaan. De auto was total loss; de paal bleef onbeschadigd. Bij alle budelse palen zijn deze bordjes neergezet, goedbedoeld, maar hinderlijk dicht op de paal.
In de 17e eeuw grensde de gemeente Budel aan het zuiden en westen aan het Prinsbisdom Luik en in het oosten aan het Overkwartier Gelre, dat tot de Spaanse en later tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorde. Dit dorp was dus aan drie zijden begrensd door ''buitenlands'' gebied.Hierdoor stonden er in Budel meer douanepalen dan in andere grensdorpen. Op alle uitgaande wegen stonden de douanepalen. Deze dus aan de weg naar Weert, het wapenschild verscholen in de coniferen. Op de Toom, aan de Asbroekweg, niet ver van de gietijzeren grenspaal No. 172 staat de tweede douanepaal. In oktober 1978 werden op de gemeentewerf in Budel twee oude douanepalen teruggevonden. Ze hadden ruim 10 jaar voor oud vuil onder stenen en trottoirbanden gelegen, en waren overwoekerd met onkruid. Eén van deze palen werd op 11 september 1979 geplaatst op de Toom aan de Asbroekweg. Deze paal steekt slechts 2,25 m boven het maaiveld uit.
Het onderstuk was afgebroken; men heeft de paal in een betonnen fundering geplaatst. De plaats, waar deze paal werd herplaatst, is vastgesteld in overleg met de Heemkundekring ''Budel en Cranendonk''.
De douanepalen zijn vierkante arduinen palen. De breedte van het onderste deel, dat in de grond steekt, is 40 cm; het bovenste deel. dat 2,50 m hoog is, is 30 cm breed. De palen zijn voorzien van het wapen van de Admiraliteit van de Maas, bestaande uit twee gekruiste ankers, bedekt door een schild met klemmende leeuw. Boven het schild bevindt zich een kroon. Rechts, links en onder het schild staat een letter ''P''. De betekenis van deze drie P's luidt: ''PUGNO PRO PATRIA hetgeen betekent: Ik vecht voor het vaderland. Als een andere betekenis voor deze drie P's wordt ook vermeld: ''PROPRIA PECUNIA POSUIT', Dit betekent: op eigen kosten gezet. Aangezien de schepen van de V.O.C. in de 17e eeuw in hun vlaggen ook de letters P.P.P. voerden. kan men gevoeglijk aannemen, dat de eerste uitleg de juiste is. De tweede paal, die op de gemeentewerf werd teruggevonden, is eveneens op 11 september 1979 in overleg met de Heemkundekring herplaatst. Hij staat nu in Budel-Schoot, in de onmiddellijke nabijheid van de Pastoor Lemmensstraat. Ook deze paal was gebroken en moest in beton gezet worden. Hij steekt slechts 2.20 m boven het maaiveld uit.De tegenwoordige locatie is in de onmiddellijke nabijheid van de oorspronkelijke plaats.
Een 4e paal heeft gestaan bij de oude grensovergang van Budel- Schoot naar Hamont, ongeveer 50 meter voor het toenmalige douanekantoor. De weg, waar dit douanekantoor stond, liep vroeger van de grensweg in Budel, via de Zwarteweg in Budel-Schoot, of komende van Budel-Schoot via de Hamontweg naar Hamont. Sinds 1868 is deze grensovergang gesloten. Deze paal is in de tweede wereldoorlog verloren gegaan. De gemeente Budel heeft een goed gelukte replica laten maken, die op 25 januari 1992 is onthuld. Deze paal staat in de onmiddellijke omgeving van de oorspronkelijke standplaats aan .Met deze paal heeft de gemeente Budel het oude aantal van 5 douanepalen weer compleet. De vijfde Budelse douanepaal staat precies op de grens tussen Nederland en België. Hij is te vinden tussen de gietijzeren grenspalen No’s. 173 en 174. Deze paal is nagenoeg onbeschadigd, en staat plm. 3 meter boven het maaiveld. De oorspronkelijke plaats, waar deze paal gestaan heeft, ligt plm. 30 meter in de richting van grenspaal No. 173. De verplaatsing vond plaats, omdat de juiste standplaats in het bos ligt, waardoor de paal onzichtbaar zou zijn. Hij staat nu bij een duiker in de Rioolbeek. In vroeger tijden liep hier een handelsweg van Budel naar Achel. Deze paal wordt omschreven in het in het gemeentearchief van de gemeente Hamont-Achel aanwezige ''PROCES VERBAL DE I'ARBORNEMENT DE LA LIMITE ENTRE LA COMMUNE DE HAMONT (BELGIQUE) ET CELLES DE BUDEL ET LEENDE (PAYS BAS)''. De omschrijving in genoemd Proces Verbaal luidt: ''Une grande et ancienne borne, fourni par les Pays Bas'' Met deze paal is nog al vreemd omgegaan. De gemeente heeft deze paal bij een bijzondere gelegenheid cadeau gedaan aan de gemeente Maarheeze. Laatstgenoemde gemeente plaatste deze paal aan een weg in de nabijheid van het gemeentehuis in Cranendonk. Toen de weg, waaraan deze paal stond, werd voorzien van een rijwielpad, moest de paal het veld ruimen. Dit was aanleiding om de paal weer terug te geven aan de gemeente Budel. Een en ander was mede een gevolg van de activiteiten van de Heemkundekring ''Budel en Cranendonk'. Deze Kring had zich al eerder beijverd, om deze paal op zijn oorspronkelijke plaats terug te krijgen. In samenwerking met voormelde Kring werd de paal op 8 mei 1981 herplaatst in zijn oude omgeving.
De douanepaal in Someren heeft vele jaren gestaan op het Wilhelminaplein, in de onmiddellijke nabijheid van het gemeentehuis. Dit was niet de plaats, waar de paal oorspronkelijk geplaatst is. De oorspronkelijke plaats, waar deze paal als douanepaal dienst deed, was op de heide buiten het dorp, in de omgeving van het tegenwoordige Someren Heide. In juli 1899 werd deze paal met een mallejan van de heide naar Someren gebracht. In die tijd was het in veel gemeenten de gewoonte, om ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina een Wilhelminaboom te planten. In Someren kreeg men het lumineuze idee, om de op de heide aanwezige douanepaal naar het dorp te halen, en deze als Wilhelminapaal te op te richten. Men ging er van uit, dat deze paal als monument een langer leven beschoren zou zijn, dan menige Wilhelminaboom.
Men liet de paal door steenhouwer H.Kluytmans uit Eindhoven opknappen en van een inscriptie voorzien, luidende:
HULDE AAN ONZE KONINGIN, 6 sept. 1898 GEMEENTE SOMEREN.
Dank zij de initiatiefnemers, de heren Jan Buskens en Jan Meeuws kunnen we deze douanepaal nog aanschouwen. Als de paal op de heide was blijven staan, dan was er waarschijnlijk -evenals van vele andere palen die destijds in deze gebieden geplaatst zijn- niet veel over gebleven. Bij latere jubilea van Koningin Wilhelmina heeft men op één zijde van de paal een inscriptie aangebracht. t.w.:
HULDE OPT 25ste REGEERINGSJAAR VAN ONZE KONINGIN 6-9-23
HULDE OPT 40ste REGEERINGSJAAR VAN ONZE KONINGIN 6-9-38.
Drie zijden zijn nu van een inscriptie voorzien; de 4e zijde is blanco.
Niet iedereen was tevreden met de nieuwe standplaats van deze ''keijepoal'' (zoals de douanepaal in de volksmond genoemd wordt). De carnavalsvereniging te Someren Heide was niet ingenomen met het feit, dat ''hun'' paal in Someren stond. Dit misnoegen werd herhaaldelijk geuit, door de paal tijdens het carnaval weg te halen uit Someren, en over te brengen naar Someren Heide. De gemeente moest de paal dan terughalen en herplaatsen in Someren. Dit heeft er toe geleid, dat de paal in een formidabele hoeveelheid cement werd geplaatst, zodat het niet meer mogelijk was, de paal weg te halen. Prins Carnaval uit Someren-Heide kwam daarna elk jaar naar Someren, geneigde zijn spijt te betuigen, ''dat onze poal zo ver van ons af staat'' enz.enz. Zo was deze 17e eeuwse paal, die zijn loopbaan begon als douanepaal, en in 1899 gebruikt werd als herinneringspaal, nu geworden tot een hoogtepunt in het camavaleske gebeuren in Someren.
Maar, het verhaal is nog niet uit. In 1994 besloot het gemeentebestuur van Someren, om het plein voor het raadhuis geheel te renoveren. Hierbij moest de voormalige douanepaal uit de grond. Dit was aanleiding om aan de wensen van de carnavalsvereniging in Someren Heide tegemoet te komen. De paal werd alsnog afgestaan aan het genoemde kerkdorp. Een en ander is tijdens de carnavalsviering op 11 februari 1995 geëffectueerd. De paal werd onder veel carnavalesk vertoon opgeladen, en naar Someren Heide overgebracht. Daar pronkt de paal nu midden in het dorp, in de omgeving, waar deze paal omstreeks 1662 werd geplaatst.
Daarmee was de geschiedenis van deze paal nog niet ten einde. Een Jeugdprins van Carnaval vond, dat op de plaats waar deze steen oorspronkelijk gestaan heeft, een monument moest worden opgericht.
Dit is gebeurd in oktober 1997.
Aan een zandweg tussen Someren Heide en Sterksel is een monument geplaatst, waarop een tekst de geschiedenis van deze paal weergeeft.
Op een grote sokkel staat een zwerfkei, die door de bevolking Keijekei wordt genoemd. Zo is Someren Heide dus twee monumenten rijker. De eerste van de resterende Budelse douanepalen vinden we aan de weg van Budel naar Weert (destijds gelegen in het Overkwartier Gelre). Deze paal is de enige, die nog staat op de plaats, waar hij oorspronkelijk geplaatst is. Deze paal is te vinden aan de Meemortel, kruising Paalstraat. Hij staat 2.50 m boven het maaiveld. Enige jaren geleden kreeg deze paal de gelegenheid, om te tonen hoe sterk hij was. Er reed nl een auto tegenaan. De auto was total loss; de paal bleef onbeschadigd. Bij alle budelse palen zijn deze bordjes neergezet, goedbedoeld, maar hinderlijk dicht op de paal.
In de 17e eeuw grensde de gemeente Budel aan het zuiden en westen aan het Prinsbisdom Luik en in het oosten aan het Overkwartier Gelre, dat tot de Spaanse en later tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorde. Dit dorp was dus aan drie zijden begrensd door ''buitenlands'' gebied.Hierdoor stonden er in Budel meer douanepalen dan in andere grensdorpen. Op alle uitgaande wegen stonden de douanepalen. Deze dus aan de weg naar Weert, het wapenschild verscholen in de coniferen. Op de Toom, aan de Asbroekweg, niet ver van de gietijzeren grenspaal No. 172 staat de tweede douanepaal. In oktober 1978 werden op de gemeentewerf in Budel twee oude douanepalen teruggevonden. Ze hadden ruim 10 jaar voor oud vuil onder stenen en trottoirbanden gelegen, en waren overwoekerd met onkruid. Eén van deze palen werd op 11 september 1979 geplaatst op de Toom aan de Asbroekweg. Deze paal steekt slechts 2,25 m boven het maaiveld uit.
Het onderstuk was afgebroken; men heeft de paal in een betonnen fundering geplaatst. De plaats, waar deze paal werd herplaatst, is vastgesteld in overleg met de Heemkundekring ''Budel en Cranendonk''.
De douanepalen zijn vierkante arduinen palen. De breedte van het onderste deel, dat in de grond steekt, is 40 cm; het bovenste deel. dat 2,50 m hoog is, is 30 cm breed. De palen zijn voorzien van het wapen van de Admiraliteit van de Maas, bestaande uit twee gekruiste ankers, bedekt door een schild met klemmende leeuw. Boven het schild bevindt zich een kroon. Rechts, links en onder het schild staat een letter ''P''. De betekenis van deze drie P's luidt: ''PUGNO PRO PATRIA hetgeen betekent: Ik vecht voor het vaderland. Als een andere betekenis voor deze drie P's wordt ook vermeld: ''PROPRIA PECUNIA POSUIT', Dit betekent: op eigen kosten gezet. Aangezien de schepen van de V.O.C. in de 17e eeuw in hun vlaggen ook de letters P.P.P. voerden. kan men gevoeglijk aannemen, dat de eerste uitleg de juiste is. De tweede paal, die op de gemeentewerf werd teruggevonden, is eveneens op 11 september 1979 in overleg met de Heemkundekring herplaatst. Hij staat nu in Budel-Schoot, in de onmiddellijke nabijheid van de Pastoor Lemmensstraat. Ook deze paal was gebroken en moest in beton gezet worden. Hij steekt slechts 2.20 m boven het maaiveld uit.De tegenwoordige locatie is in de onmiddellijke nabijheid van de oorspronkelijke plaats.
Een 4e paal heeft gestaan bij de oude grensovergang van Budel- Schoot naar Hamont, ongeveer 50 meter voor het toenmalige douanekantoor. De weg, waar dit douanekantoor stond, liep vroeger van de grensweg in Budel, via de Zwarteweg in Budel-Schoot, of komende van Budel-Schoot via de Hamontweg naar Hamont. Sinds 1868 is deze grensovergang gesloten. Deze paal is in de tweede wereldoorlog verloren gegaan. De gemeente Budel heeft een goed gelukte replica laten maken, die op 25 januari 1992 is onthuld. Deze paal staat in de onmiddellijke omgeving van de oorspronkelijke standplaats aan .Met deze paal heeft de gemeente Budel het oude aantal van 5 douanepalen weer compleet. De vijfde Budelse douanepaal staat precies op de grens tussen Nederland en België. Hij is te vinden tussen de gietijzeren grenspalen No’s. 173 en 174. Deze paal is nagenoeg onbeschadigd, en staat plm. 3 meter boven het maaiveld. De oorspronkelijke plaats, waar deze paal gestaan heeft, ligt plm. 30 meter in de richting van grenspaal No. 173. De verplaatsing vond plaats, omdat de juiste standplaats in het bos ligt, waardoor de paal onzichtbaar zou zijn. Hij staat nu bij een duiker in de Rioolbeek. In vroeger tijden liep hier een handelsweg van Budel naar Achel. Deze paal wordt omschreven in het in het gemeentearchief van de gemeente Hamont-Achel aanwezige ''PROCES VERBAL DE I'ARBORNEMENT DE LA LIMITE ENTRE LA COMMUNE DE HAMONT (BELGIQUE) ET CELLES DE BUDEL ET LEENDE (PAYS BAS)''. De omschrijving in genoemd Proces Verbaal luidt: ''Une grande et ancienne borne, fourni par les Pays Bas'' Met deze paal is nog al vreemd omgegaan. De gemeente heeft deze paal bij een bijzondere gelegenheid cadeau gedaan aan de gemeente Maarheeze. Laatstgenoemde gemeente plaatste deze paal aan een weg in de nabijheid van het gemeentehuis in Cranendonk. Toen de weg, waaraan deze paal stond, werd voorzien van een rijwielpad, moest de paal het veld ruimen. Dit was aanleiding om de paal weer terug te geven aan de gemeente Budel. Een en ander was mede een gevolg van de activiteiten van de Heemkundekring ''Budel en Cranendonk'. Deze Kring had zich al eerder beijverd, om deze paal op zijn oorspronkelijke plaats terug te krijgen. In samenwerking met voormelde Kring werd de paal op 8 mei 1981 herplaatst in zijn oude omgeving.
De twee douanepalen te Bergeijk hebben een zeer eigen geschiedenis. Ook deze palen werden in het jaar 1662 geplaatst aan de toegangswegen van het ''buitenland'' naar Bergeijk enz. Ze zouden achter Witrijt en de Aa gestaan hebben. Tot het jaar 1794 hebben ze daar rustig op hun standplaats gestaan. Daarna zijn ze van de hei gehaald, en zijn voor verschillende doeleinden rond de kerk aan het Hof gebruikt.
Toen de pastoor van de kerk aan het Hof in 1835 een hek om het kerkhof had laten plaatsen, zocht hij naar een paar stevige palen, om het toegangshek te kunnen dragen. Zijn oog viel op de twee douanepalen, die reeds in de buurt van de kerk stonden.
Hij liet ze verplaatsen, en door een steenhouwer bewerken. Deze heeft de palen aan de hoeken afgeschuind. Verder heeft hij ze ingekort tot onder het wapen van de Admiraliteit, en er een ronde bol op geplaatst. Aan het gedeelte, dat onder de grond steekt, is niets veranderd. Hieraan is dan ook duidelijk te zien, dat het om de oude douanepalen gaat. Eén van deze palen heeft tot voor kort op het kerkhof gestaan, de ander was gebroken, en lag voor oud vuil op de gemeentewerf. Zo ontdekte Co Bieze deze beide palen plm. 20 jaar geleden. De zaak werd aangekaart bij de Heer Biemans, voorzitter van de Monumentencommissie te Bergeijk.
De Monumentencommissie heeft in het jaar 1996 het voorstel gedaan, om deze twee palen te restaureren, en in het kader van "200 jaar provincie Noord-Brabant", als klein monument te herplaatsen. Als je goed kijkt zie je dat staan op het schild van de eerste paal.
Op de tweede paal is een schild aangebracht, waarop het wapen van de Admiraliteit aan de Maze prijkt.
Toen de pastoor van de kerk aan het Hof in 1835 een hek om het kerkhof had laten plaatsen, zocht hij naar een paar stevige palen, om het toegangshek te kunnen dragen. Zijn oog viel op de twee douanepalen, die reeds in de buurt van de kerk stonden.
Hij liet ze verplaatsen, en door een steenhouwer bewerken. Deze heeft de palen aan de hoeken afgeschuind. Verder heeft hij ze ingekort tot onder het wapen van de Admiraliteit, en er een ronde bol op geplaatst. Aan het gedeelte, dat onder de grond steekt, is niets veranderd. Hieraan is dan ook duidelijk te zien, dat het om de oude douanepalen gaat. Eén van deze palen heeft tot voor kort op het kerkhof gestaan, de ander was gebroken, en lag voor oud vuil op de gemeentewerf. Zo ontdekte Co Bieze deze beide palen plm. 20 jaar geleden. De zaak werd aangekaart bij de Heer Biemans, voorzitter van de Monumentencommissie te Bergeijk.
De Monumentencommissie heeft in het jaar 1996 het voorstel gedaan, om deze twee palen te restaureren, en in het kader van "200 jaar provincie Noord-Brabant", als klein monument te herplaatsen. Als je goed kijkt zie je dat staan op het schild van de eerste paal.
Op de tweede paal is een schild aangebracht, waarop het wapen van de Admiraliteit aan de Maze prijkt.
Abonneren op:
Posts (Atom)